Om onze week te starten, bekeken we welke prenten er behoorden bij de ridders en prinsessen en welke prenten er behoorden bij onze tijd. We maakten eigenlijk een kleine tijdslijn. Bij de prent van een paard waren we het niet helemaal eens want ridders reden te paard maar ook nu kan je mensen te paard tegen komen. Die prent hebben we dan tussenin gehangen. Bij de prent van een draak was iedereen het wel eens dat die er was in de tijd van de ridders. Helaas kwamen we nu te weten dat draken toen niet bestonden en nu ook niet. Enkel in verhalen of filmpjes kan je ze zien.
Met het spel ‘ren je rot’ leerden we rijmwoorden. In de zaal hingen prenten van een kroon, een kasteel en een paard. Als de juf een rijmwoord opnoemde, liepen we vlug naar het woord dat erop rijmt.
Verder luisterden we naar 2 verhalen: Ridder Wiebe en Toermalijn. Het verhaal van Toermalijn had een verrassend einde. Toen de ridder zijn helm afdeed op de prinses te kussen, bleek de ridder een meisje te zijn. Daarop volgde een gesprek met de kinderen dat anders zijn, heel oké is.
De rest van de week was vooral gevuld met beweging zoals Rollebolle, turnlessen, zwemles en dans oefenen voor het schoolfeest. Ons versje en cadeautje voor onze lieve mama’s is klaar maar nog even een verrassing.